Maandpraatje Augustus

Elementaire werkzaamheden in en rond de bijenhal het jaar rond

Het begin van een nieuw bijenjaar start nu.

Het lukken van een goede oogst voor volgend jaar hangt nu van de zorgen van de imker af.

  1. Het slingeren moet nu achter de rug zijn, behalve de imker die nog naar de heidedracht gaat. (Slingeren half september.)
  2. Heidedracht van 15 augustus tot 15 september. (Normaal.)
  3. Honingzolders on-uitgegeten opbergen en op een koele plaats bewaren voor volgend jaar.
  4. Het behandelen tegen de varroa moet nu beginnen. Opletten met mierenzuur: De temperatuur is momenteel veel te hoog. (Gevaar verlies koninginnen.)
  5. Nazicht van de koningin en broed. Een kast zou nu ongeveer 5 à 6 ramen broed moeten hebben, of zeker de plaats om eitjes te leggen.
  6. Wanneer er 5 à 6 ramen eten aanwezig zijn, mag men niet voederen. (Gevaar om de koningin te blokkeren). Opnieuw nakijken rond 15 september.
  7. Wanneer men na het slingeren nog een aflegger wil maken, (moet men kunnen beschikken over een bevuchte aan de leg zijnde koningin).
    Men zet de geslingerde ramen terug boven de koninginnenrooster.
    Na 2 dagen zet men deze honingzolder met bijen op een nieuwe bodem.
    Uit de onderste bakken van initiële kast, haalt men één raam met stuifmeel, en één raam met honing, beide met de bijen op. Men zet deze links en recht in de nieuwe bak nadat men daar 2 ramen weggenomen heeft en de bijen afgeborsteld in de nieuwe bak. Deze twee ramen hangt men in het midden onderaan in de initiële kast.
    Daarna legt men de koningin in een invoerkooitje, voorzien van deeg, op de ramen.
    Dit nieuwe volk geeft men 2,5 kg deeg en laat men 3 volle dagen dicht.
    De derde dag, ´s avonds zo laat mogelijk, doet men de kast open en de volgende dag laat men de nog steeds opgesloten koningin uiteten.
    Na 8 dagen controleren op eitjes.
  8. Wanner men volken te veel heeft, of men heeft te zwakke volken, kan men beter nu verenigen.
    Het beste volk laat men op zijn plaats staan en de andere zet men, op een gazet die vooreerst goed nat is gemaakt.
  9. Alle volken nazien op de hoeveelheid eten en zo nodig beginnen met prikkelen tot het einde van augustus.
    Daarna nazien op hoeveelheid eten: een kast op één romp heeft 7,5 kg eten nodig, een kast op twee rompen 15 kg om de winter door te komen. (Denk aan groenbemesting in uw buurt.)