Elementaire werkzaamheden in en rond de bijenhal het jaar rond

1. Heideimkers: na 15 september slingeren.
   Oppassen: Heidehoning is zeer moeilijk te slingeren. (Na het afnemen van de honing onmiddellijk kolpen en slingeren). Daarna onmiddellijk beginnen met inwinteren.
2. Voor de andere imkers: rond 15 september, in de bovenste broedbak, nazien hoeveel eten en broed er aanwezig is.
3. Controle op de aanwezigheid van de koningin. Men kan nu nog een bevruchte koningin inbrengen of vervangen.
4. Om de koningin de mogelijkheid te geven om eitjes te leggen, moeten er vier of vijf ramen beschikbaar zijn.
   Wanneer dit niet is, moet men ramen met eten uitnemen en bewaren. Deze  vervangen door lege opgewerkte ramen. (Geen waswafels meer geven).
   De ramen met eten kunnen, in geval van nood,  aan die volken met te weinig voorraad of jonge volken gegeven worden.
5. Het (her)schikken van de ramen in de kast moet nu gebeuren.
   In de bovenste broedbak: voedsel (honing en stuifmeel) in de drie buitenste ramen links en rechts; de middelste vier of vijf ramen voorzien voor het broednest. Daarna geen ramen meer verwisselen!